Bevrijdingsdag – 5 mei 2013

Bevrijdingsdag

Vandaag, op 5 mei, vieren we de bevrijding. De bevrijding van Nederland dat vijf jaar door de naaste buren bezet werd. Sinds die dag is het woord vrijheid symbool geworden voor alles waar een mens voor staat. Zo is het hier in Nederland tenminste wel, voor ons als inwoners. Maar op nog heel veel plaatsen ter wereld weten ze absoluut niet wat vrijheid inhoudt. Daar is geen vrijheid om je leven te leven zoals jij dat wilt, om de woorden te zeggen die je hier wel uitspreekt, de vrijheid om je eigen school en je eigen studie te kiezen. De vrijheid die voor ons zo vanzelfsprekend geworden is , zo gewoon.

Maar ondanks dat we zeggen dat hier iedereen in vrijheid mag leven en doen wat hij wil, bepalen we wel voor wie dat geldt. Het geldt bijvoorbeeld niet voor vluchtelingen, voor asielzoekers die in kampen worden gestopt of in een detentiecentrum worden geplaatst omdat ze hier niet welkom zijn. Hoezo vrijheid?
En wat te denken van volwassenen en kinderen die op wat voor manier dan ook worden misbruikt of onderdrukt. Ook dat gebeurt nog steeds in Nederland.

Het lijkt er soms wel op dat vrijheid je het recht geeft maar te doen en laten wat je wilt, zonder enig respect. Denk maar aan de vechtpartijen op voetbalvelden, zinloos geweld op straat. Er zijn zoveel dingen te bedenken, de kranten staan er bol van.
Vrijheid is GEEN vrijbrief voor mij en zal het ook nooit worden. Vandaag zou een feestdag moeten zijn maar dat is het voor mij niet. Juist omdat ik zo bezig ben met de genen die niet vrij zijn.

Gisteren hield generaal b.d. Peter van Uhm een toespraak op de Dam bij de jaarlijkse Dodenherdenking.
Zijn toespraak over vrijheid heeft een diepe indruk bij mij achter gelaten. Daarom heb ik ervoor gekozen om zijn toesprak woord voor woord mee te schrijven en hier te plaatsen. Zijn woorden bewaar ik om nog regelmatig opnieuw te kunnen lezen en me weer even bewust te worden van wat vrijheid nu wezenlijk is.
Ik hoop dat jullie deze tekst net zo mooi vonden als ik….

4 Mei toespraak P. van Uhm, generaal b.d.

In de Tweede Wereldoorlog vocht mijn vader aan de oevers van de Waal. In die oorlog waar mensen mensen doden, zag mijn vader het duister. Mensen werden opgepakt, vervolgd omdat ze geen wij waren maar zij. Mensen werden vermoord, uitgeroeid, louter om wie ze waren..
Mensen kwamen in verzet, bestreden de onmenselijkheid. Zij moesten hun moed met de dood bekopen. Wij gedenken hen allen met het diepste respect. Al jong kende ik hun geschiedenis door de verhalen van mijn vader, door de verhalen van de geallieerden die vochten voor ons, een ander volk in een ander land. Het maakte diepe indruk.

Op 16-jarige leeftijd keek ik om mij heen. De Tweede Wereldoorlog was over maar voor veel overlevenden  ging de oorlog door. Velen voelen nog iedere dag het duister. Ik besefte, de strijd voor rechtvaardigheid is nooit over. De strijd voor de vrijheid begint elke dag opnieuw, in jezelf en in de samenleving.
Ik vroeg mezelf: ‘Peter, miljoenen mensen is een keuze ontnomen. Jij hebt wel een keuze. Wat ga jij doen met je leven? Wat ga jij doen om de wereld beter te maken?’ Ik besloot te dienen. Omdat ik geloof dat in dienen de sleutel ligt. Wie dient, denkt niet alleen aan ik. Wie dient, denkt ook in wij. Daar begint de overwinning op het onrecht. Want vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid in een betere wereld, die maak je samen.

Ook mijn zoon besloot te dienen. Wat was ik trots. Hij sneuvelde, voor een ander volk, in een ander land. Vijf jaar en zestien dagen geleden. Het waren duistere dagen. Wat heb je aan idealen? Wat heb je aan die betere wereld morgen, als je er vandaag je zoon aan verliest? Dat zijn de vragen die ook ik mezelf stelde. Twee weken na zijn dood stond ik hier, op de Dam. Het was 4 mei 2008. Een moeilijk confronterend moment, maar ook een bewuste keuze. Dit monument, gewijd aan de nagedachtenis van alle Nederlandse oorlogsslachtoffers maar ook de saamhorigheid, hier op de Dam en in het land, het hielp mij.

4 mei hielp mij koers te houden in die duistere dagen waarin dienen zo’n pijn deed.
Ik hoop dat de nagedachtenis en saamhorigheid van 4 mei óns helpt om in tijden van ik, het wíj terug te vinden. Want niet vanuit het ik en het zij maar vanuit het wij ontstaan de goede dingen. Dát heeft de geschiedenis ons geleerd; dat moeten we blijven herdenken, dat moeten wij blijven afspreken met onszelf en met elkaar.

Deze toespraak verwoordt op een prachtige manier wat vrijheid inhoudt. Het zal ook mij tot voorbeeld dienen.

Tot de volgende blog!