Een heel bijzonder mens
Gisteren overleed hij, 51 jaar oud. Tot voor twee maanden terug zat hij meer dan twee jaar lang wekelijks aan mijn bed. Vier weken geleden zag ik hem voor het laatst, toen hij met zijn vrouw voorbij wandelde en ze beiden naar me zwaaiden.
Regelmatig zei hij met mij dat het natuurlijk een shit-situatie was waarin ik zat. Dat het een rotaandoening was die ik had en dat hij zich soms net zo machteloos voelde als anderen in mijn omgeving omdat hij ook niet meer wist hoe we die akelige zenuwpijn onder de knie konden krijgen.
Iedere keer weer zocht hij contact met andere artsen en specialisten om mijn situatie te bespreken en misschien in overleg met hen een oplossing te vinden. Hij stuurde me naar die specialisten die mogelijk iets zouden kunnen bijdragen, overlegde met de apotheek om te kijken of er wat te doen viel aan de vele medicatie die ik inmiddels kreeg en nog krijg.
Acht weken geleden zat hij hier en vertelde over zijn zus Agnes die bijzonder hoogleraar was geworden aan het Erasmus MC. Kort geleden was ze te zien in Nieuwsuur nadat ze op hun verzoek onderzoek had gedaan naar het aantal sterfgevallen door het toedienen van te veel morfine in plaats van met de daartoe geëigende euthanasiemiddelen. Met dit verhaal probeerde hij me op te vrolijken omdat ik het even niet meer zag zitten vanwege de toename van pijn.
Hij vertelde over de boeken die hij las, de vakanties met de kinderen naar Frankrijk, de cruise die ze maakten over de Middellandse zee. Ook deed hij keuringen voor mensen die wilden leren duiken en hij vertelde over zijn trips naar Aruba en naar Zanzibar waar hij met een groep andere artsen zijn eigen duikbevret haalde. We bespraken de politieke situatie in Nederland en op welke partij hij en wij stemden als er weer eens verkiezingen waren.
Hij was enorm betrokken, had zelfs mijn telefoonnummer in zijn portefeuille in het vakje waar ook de mobiele nummers van zijn beide zoons in zaten zodat hij me kon bellen als het niet lukte om die dag nog langs te komen, maar pas de volgende dag. Zelfs op zijn vrije dag, de donderdag, schreef hij verwijsbrieven voor me of had contact met andere artsen.
Toen we zes weken geleden hoorden dat hij ernstig ziek was en maanden uit de roulatie zou zijn, bleek dat hij zelfs opdracht had gegeven me persoonlijk te bellen om dit te vertellen.
Al gauw hoorden we via via dat het echt ernstig was en dat zijn kansen niet zo groot zouden zijn.
Op dat moment weet en voel je al dat het niet meer goed komt, maar dat het zo snel zou gaan, heeft niemand verwacht. Ik vermoed hij zelf en zijn familie niet eens.
En nu is hij dood, veel te jong gestorven. Zijn vrouw en de twee zoons van 15 en 13 blijven achter. Het dringt nog niet goed door. Het ging te snel, veel te snel.
Gerben, het is vreselijk moeilijk om te beseffen dat je er niet meer bent en nooit meer langs zult komen. Je was voor mij en Jan een heel bijzonder mens, een arts in hart en ziel en we zullen je vreselijk gaan missen. Niet alleen als arts, maar ook als heel betrokken vriend. Artsen zoals jij moeten we met een lantaarntje zoeken en je vond het ook nog heel gewoon, ook al had je wel eens de balen van al die verkoudheden, griepgevallen en van slapeloze mensen. die pillen kwamen eisen. Dan zei je waar het op stond en kon je heel eerlijk en direct zijn.
En nu ben je er niet meer. In een sneltreinvaart kwam de dood voor jou, misschien wel een genadige dood als ik denk aan de ziekte die zes weken geleden werd ontdekt. De band die ik met je had, was heel bijzonder. Het zal een hele poos duren voor ik jouw dood zal kunnen accepteren want het voelt zo verkeerd dat het zo jong voor jou al tijd was om te sterven.
En ik hoop dat ik met dit blog iets heb kunnen laten zien over wie en wat je was, een heel bijzonder mens.
Dag Gerben….