Tsjêbbe Hettinga
Iedere zaterdagmorgen blader ik alle kranten door op om te kijken of er nog voor mij interessante artikelen in staan. Door de week volg ik het nieuws via de journaals op TV en via Teletekst en dan ligt ’s morgens de Volkskrant op de mat en ben ik overdag te druk met andere zaken dan dat ik tijd vrij wil maken voor de krant. Dat doe ik dus op zaterdagmorgen. Alles op een stapel, de oudste krant van vorige week zaterdag bovenop en de krant van vrijdag als laatste. Ook het plaatselijke kletskrantje krijgt een plaatsje in de stapel. Daar keek ik vroeger wel veel in, maar er is niet zoveel nieuws in een dorp als Dronten waar ook wel eens een inbraak wordt gepleegd en dat soort dingen. Nee, ik ben meer geïnteresseerd in wie er binnen deze gemeente is overleden want daar kunnen toch bekenden bij zitten nietwaar?
En zo begon ik vanmorgen ook met goede moed aan de stapel. Maar al snel kwam ik een een artikel tegen over een blinde Friese dichter die zijn poëzie ook nog deelde met muziek en zijn voordrachten hield met muzikale begeleiding. En aangezien ik gek ben op poëzie en diverse bundels en bundeltjes in de kast heb staan, ben ik het betreffende artikel meteen gaan lezen. Vooral het feit dat hij werd omschreven als een bard trok mij aan. Ik kende zijn naam niet, maar na een speurtocht via Google en Wikipedia ben ik meer over hem te weten gekomen. En toen ik aan Jan vertelde dat ik mijn blog aan deze deze dichter wilde weiden, vertelde hij me ineens heel veel over deze voor mij tot nu toe onbekende man. Heel grappig was dat. En na bijna 37 jaar versta ik het Fries prima, maar dit soort voordrachten in het Fries zijn voor mij toch niet goed te volgen en dus heb ik een in het Nederlands vertaald gedicht van hem opgezocht.
Tsjêbbe Hettinga werd geboren in 1949 in Burgwerd in Friesland en hij overleed op 7 maart jl. aan kanker.Tijdens zijn jeugd werd hij slechtziend en uiteindelijk blind. Hij blijkt een van de meest bepalende Friese dichters te zijn geweest, maar ik had nog nooit van hem gehoord dus. Zijn poëzie is vertaald in het Nederlands, maar ook in het Duits, Engels, Spaans maar zelf vertaalde hij ook werk van bijvoorbeeld Dylan Thomas en Derek Walcott. Hij declameerde zijn verzen op een unieke manier als een Keltische bard in het Frysk (Fries). Hij trad regelmatig op bij festivals, niet alleen in Nederland maar ook in België
Wie meer over hem wil lezen of horen kan terecht op bijvoorbeeld deze website:
http://www.uitgeverijatlas.nl/result_auteur.asp?auteur=Tsj%EAbbe%20Hettinga
En onderstaand gedicht laat iets van zijn kunnen zien, maar eigenlijk moet je hem horen.
En dat kan op deze website:
http://www.youtube.com/watch?v=d-hdgd1ng8o
Aankomst
Tegen een hagelwitte vlucht sneeuwganzen in,
Nog voor zijn kleine spiegelende haven
Kon verzanden tot een landschap van wier en zout,
Was hij uitgezeild, weg van een groen erf en
Een koperen haardstee, verwaaiend door dagen
Van blauwe noordenwinden, zoals het stof
Van in de herfst geploegd voorjaarsland, uitgezeild
Opdat de zee, rechtsprekend over een ziel
Die geen anker duldde, hem opnam en opdat
De rode oren van het zeil Biscayes
Brutale golf beluisterden, het honds grommen
Van Atlas en Gibraltar of duivenstaart
En stuurs krakend roer – tot zwarte bergen braken
Uit de schijn van avondluchtoneindigheid.
Zuivere hartstocht huiverde door wrangen en
Spanten in een onderstroom van dolfijnen.
De witte duif, die door honger en dorst ’s ochtends
Op het dek was neergestreken, ontvluchtte
De geelkoperen patrijspoort van de kajuit,
Pal naar de poolster, waar een dichtschemerend
Onbekend eiland onder omhoog kwam, zoals
Indertijd dat van Calypso voor een zoon
Van Erisos, die negen dagen en nachten
Op het wrakhout van een kielbalk door de zee
En tweemaal vier windstreken belaagd was geweest.
Tijd kreeg handen omdat afstand nog bestond,
Liet kleine koplampen van dorp tot verstoten
Kruispunt maar ronddwalen, op zoek naar sterren,
Vissen, zoals het strand met zijn grijze wenkbrauw
Nog zocht om een vloot die uitvoer om een vrouw.
In dat zoeken zonder vinden herkende zich
Zijn ziek als eiland door eilanden omspoeld.
Op het nachtaltaar van het strand, waar hij landde
Met een harde stoot van genot, hout op zand,
In een kathedraal van rotspunten (achter hem
Zee-egels en uitgedraafde pikzwarte
Paarden met zeesterren in hun hals) brandmerkte
Een vuur met anderhalve stenen ezel
En een man in een mantel erbij zijn aankomst.
En zoals hij met gracieuze kalmte en
Geduld voor het begrip van anderman het spit
Met schaap gedraaid had, zoals hij steeds de ziel
Geknield in het vuur had geblazen, ja, zoals
De goedhartige ezels aan de rotsen
Knabbelend –zo sprak die man, gaf hem zijn maal, brak
De stilte en zei: Kalispera, file.
Tsjêbbe Hettinga
Tot de volgende keer!