Kanjer Guusje – 30 maart 2013

Kanjer Guusje

‘op de wind heb je geen invloed, wel op hoe je de zeilen zet’

De afgelopen week heb ik iedere keer als ik maar even tijd had en rustig aan het breien was, geluisterd naar het boek “Kanjer Guusje”, geschreven en voorgelezen door haar vader Lowie van Gorp. Ik had al eerder op haar website gekeken en gehoord van anderen over hoe het verhaal van Guusje de aandacht heeft getrokken en hoe haar dood voor veel mensen verdriet opriep.
Vandaag wil ik jullie vertellen wat het verhaal, de foto’s en de filmpjes met mij hebben gedaan.
Daarom moet ik voor degenen die niet weten over wie ik het heb eerst even in het kort iets vertellen over Guusje.

Guusje was een meisje van tien jaar oud met blond haar, een van de zes kinderen van het gezin van Gorp uit Kaatsheuvel. In het voorjaar van 2011 wordt ze ziek en dan blijkt dat ze een heel zeldzame vorm van kinderkanker heeft. Op 30 oktober 2011 sterft Guusje.
Haar vader houdt vanaf het begon een blog bij waarin hij vertelt wat er allemaal gebeurt en wat het doet met het gezin en de omgeving en vooral ook met Guusje.
Inmiddels is zijn blog gebundeld tot een boek waarvan al tienduizenden exemplaren zijn verkocht, ook als e-book en luisterboek. Daarnaast geeft Lowie van Gorp lezingen Daarin vertelt hij over hun ervaringen maar geeft hij ook handvatten hoe om te gaan met kinderen en/of hun ouders/gezinnen die de diagnose kanker te horen hebben gekregen. Met deze handvatten kun je zelf bepalen hoe je met de zieke om wilt gaan.

Vanaf het begin had het boek me in zijn greep. Het verhaal van Guusje doet iets met me. Het raakt me dat een meisje van tien jaar oud de wijsheid in zich heeft hoe om te gaan met de dood en met leven. Ik heb het niet droog gehouden. Wat een moed! De naam KanjerGuusje is dan ook echt op zijn plaats. Ik kan iedereen aanraden het blog, het boek te lezen en te leren hoe je de handvatten die worden aangereikt kunt inzetten voor iedere zieke, niet alleen voor mensen met kanker, maar ook voor andere zieken. Zo maak je het verschil!

Er is een website waar je van alles kunt vinden over KanjerGuusje.
http://guusje-lowie.blogspot.nl/
I
k wens iedereen  veel leesplezier toe. En ik raad je aan een zakdoek klaar te leggen want die heb je wel nodig.

Tot de volgende keer!

 

Onze cruise naar Noorwegen, deel 3 – 29 maart 2013

Onze cruise naar Noorwegen, deel 3

De laatste maal dat ik wat over onze cruise naar Noorwegen vertelde, waren we net in het centrum van het stadje Alesund aangekomen. Dat was een wandeling van ongeveer drie kwartier omdat ons schip ergens achter in de ertshaven had moeten aanleggen. Het centrum van Alesund vond ik niet bijzonder. Er was alleen een grote souvenirwinkel waar we wat cadeautjes kochten voor het thuisfront. Verder hadden ze wat aanbiedingen van Noorse truien en vesten voor de helft van de prijs en natuurlijk heb ik een mooi zachtblauw vest met een ingewerkte rand met zilverkleurige knopen voor mezelf gekocht. Het zit heerlijk warm.

We zouden om vijf uur ’s middags vertrekken uit Alesund om dan via de Hardangerfjord naar het stadje Eidford te varen. Eerst volgde opnieuw een stukje Noordzee en gelukkig kreeg ik geen last van mijn maag. Het stadje Eidfjord lag stralend in de zonneschijn helemaal aan het einde van de fjord. Wat was het daar mooi en vriendelijk. Er wonen maar 1000 mensen in het dorp, maar het is een van de rijkste dorpen in Noorwegen. Dat komt door de uitgebreide mogelijkheden voor het opwekken van elektriciteit. Bovendien ligt hier ook het grootste nationale park van Noorwegen, de Hardangervidda. Hier verblijven veel rendieren, maar ook de poolvos, de sneeuwuil, arctische planten die goed gedijen hier. Er valt heel veel regen waardoor het gras hier sappiger is dan op andere plaatsen en de grond erg vruchtbaar. Vlak in de buurt van Eidfjord zijn de mooiste watervallen van Noorwegen, de Voringfossen. Die storten zich 180 meter naar beneden in de vallei. Er stroomt dan ook een flinke beek door het dorp ontstaan door de vele watervallen die in de omgeving naar beneden komen.

Gelukkig kon ik vrij gemakkelijk  via de loopplank het schip af. We hebben en stukje door het dorp gewandeld. Het grappige was dat er een winkeltje was waar ze hetzelfde lintgaren verkochten als ik in Nederland kocht voor het maken van de bijzondere sjaaltjes. Wat een kleine wereld. Zelfs in zo’n klein afgelegen dorpje kon je dit garen kopen. Bovendien verkochten ze hier bestek gemaakt van het zilver dat op de Hardangervidda wordt gewonnen. Daar hebben we een set van gekocht.
Verder was er niet zoveel te beleven in het dorpje zelf, maar de uitzichten maakten alles goed.
En zo ging de donderdag voorbij en zouden we de volgende dag weer de hele dag op zee zijn, terug naar Rotterdam waar we dan ’s morgens tegen een uur of zeven aan zouden komen.
Opnieuw gelukkig geen last van zeeziekte waardoor we ontbijt, lunch en diner heerlijk in het zonnetje op het dek konden nuttigen. Er werd gezwommen, gefitnesst, gewinkeld, er was een show van de bemanning en ik volgde nog een cursusje origami bij een soort van activiteitenbegeleidster die zei dat ze maar een ‘gemakkelijk’ patroontje had opgezocht. Het bleek te gaan om een doosje en een dekseltje, dat je in een paar minuten in elkaar zette. Heel wat simpeler dan ik me had voorgesteld bij de cursusnaam ‘Origigami, Japanse vouwkunst’. De dames die ook ‘les’ van haar kregen, stonden aan een soort verhoogde tafel en daar kon ik vanuit mijn rolstoel dus niet bij.
Toen ik probeerde het vouwwerk op de leuning van mijn rolstoel na te maken, wilde ze me het zo uit de vingers trekken om het zelf te doen, terwijl ze zei: ‘ik doe dit wel even voor u, dan hoeven we niet te wachten’. Woedend werd ik daarom, ik ben verdorie toch niet gek ook al zit ik in een rolstoel? Aan mijn hoofd en handen mankeert echt niets hoor! En dat was dan ook het enige minpunt van de hele cruise: het ongeduld en de benadering van deze dame mijn richting uit. Daar heb ik dan ook melding gemaakt in het evaluatieformulier en ik hoop dat ze er wat mee doen richting een volgende  cruise. Voor de rest was het alleen maar heerlijk en zou ik graag wel ieder jaar een dergelijke reis maken. Niet omdat we zulke feestgangers zijn want daar hebben we maar minimaal gebruik van gemaakt, maar vanwege de mooie manier van vervoer, de prachtige omgeving en het gemak waarmee je geniet van maaltijden die je nu eens niet zelf hoeft klaar te maken. Heel bijzonder.

Over een paar weken is het al een jaar geleden dat we deze cruise hebben gemaakt.
Het wordt echt tijd dat ik het fotoalbum eens ga afmaken. En ik ga me nu voornemen daar volgende week mee te beginnen en het dan ook af te maken. Heerlijk me weer onderdompelen in het plezier van de reis. Bezig zijn met de foto’s, met de dagboekaantekeningen van Jan en mij, de informatie die we over en tijdens de cruise kregen, de filmpjes enzovoorts. Even weer terug aan boord en de dagelijkse gang van zaken doorbreken, afstand nemen en verdriet parkeren tot ik daar weer mee verder kan.

Tot de volgende keer!

 

Afscheid – 28 maart 2013

Afscheid

Vandaag staat mijn blog in het teken van afscheid en van rouw. Gisteren namen we samen met zijn gezin en de rest van zijn familie en vrienden afscheid van onze huisarts. “Na een korte ongelijke strijd”, stond er in de rouwadvertentie. Natuurlijk was het een ongelijke strijd.
Deze rotziekte bleek in een sneltreinvaart langszij te komen, waarna de twee sporen van leven en dood samenvloeiden en het stootblok er veel eerder bleek te zijn dan verwacht en gewenst.
De klap was hard en echoot nog steeds na……

De crematieplechtigheid was sober. Er werd kort gesproken door een broer, een zwager, een collega en nog een collega. Daarna liepen we langs de kist, namen in gedachten afscheid en condoleerden de familie. Daarna zijn we naar huis gegaan. We zullen moeten wennen aan het feit dat hij nooit meer op zijn eigen karakteristieke wijze op mijn rollator ging zitten, me aankeek en zei : ‘Vertel het eens’ als hij zag dat ik er weer eens doorheen zat of veel pijn had, of  ‘Je ziet er een stuk rustiger uit dan de vorige week.’ Ik maakte iedere week een briefje met vragen of klachten, zo’n geel Post-it papiertje. En dan liepen we alle punten na. Als hij iets moest doen zoals een verwijzing schrijven of een recept regelen, nam hij mijn briefje mee als ‘huiswerk’.
Als dat niet nodig was, plakte ik ze in mijn agenda op de dag dat hij was geweest, zodat ik altijd terug kon kijken wanneer er iets was geweest.
Ook tijdens de crematie werd er gesproken over zijn enorme betrokkenheid. We zijn niet de enige mensen die dat hebben ervaren.

Als afscheid dan nog een mooie tekst van Harry Wanders uit het boekje ‘Gevangen in glas’

De bomen huilden

Toen ik
In tranen gehuld

Mijn verdriet
Vertelde aan de bomen
Zweeg de wind
Ik fluisterde
Schreeuwde en zweeg
De gesproken woorden
Nadat ik alles had verteld
Begon de hemel 
Te huilen
En ik
Ik viel
In tranen
Op de grond
Ik keek op 
En zag
Dat de bomen
Mee huilden

Tot de volgende keer!

Hoe het verder ging, deel 5 – 26 maart 2013

Hoe het verder ging, deel 5

Het laatste blog over mijn aandoening eindigde ik met de lidocaïnekuur in het ziekenhuis van Zwolle als eerste poging om iets tegen de zenuwpijn te doen. Zes weken na de kuur had ik een afspraak bij Dr. Keizer op de pijnpoli en ik moest hem vertellen dat de kuur totaal niet geholpen had. Dat was jammer vond hij, maar dit was pas het begin en hij had nog iets achter de hand waar ook veel mensen baat bij hadden. Toen hoorden Jan en ik voor het eerst het woord Ketamine.
Want hij stelde voor me een ketaminekuur te geven. In eerste instantie een kuur van 48 uur en als dat effect had een kuur van 96 uur. Hij vertelde er wel bij dat het een sterke drug was en dat ik er misselijk van kon worden en dat ik er akelig van kon gaan dromen. Maar als ik roze olifantjes zag dan was de hoeveelheid die ik in mijn aderen kreeg te veel en moesten ze wat minderen. En ook voor andere bijwerkingen hadden ze oplossingen voorhanden.

Ik kreeg een folder mee om te lezen wat ketamine nu precies was en thuis hebben we meteen op internet gezocht naar ketamine. Dit middel bleek vroeger gebruikt te worden om mensen onder narcose te brengen. Maar vanwege de bijwerkingen waaronder o.a. de misselijkheid werd dit nauwelijks meer gebruikt. Wel lazen we dat het tegenwoordig een zogenaamde partydrug was en dat je er flink van kunt gaan trippen of zelfs flippen.
Vandaar ook de opmerkingen van Dr. Keizer over de roze olifanten. Ik wist echt niet wat ik kon verwachten maar niets geprobeerd, betekende ook geen verbetering van de pijn dus kreeg ik al snel een oproep voor de eerste 48 uurs-kuur. Op Wikipedia kun je meer informatie vinden. (Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Ketamine.

Ik weet nog dat ik op vrijdag 5 maart ’s morgens al vroeg werd opgenomen. De procedure verliep op dezelfde manier als bij de lidocaïnekuur. Dus naar de verkoeverkamer, aangesloten worden op alle controleapparatuur en uiteindelijk het inbrengen van de naald en het aansluiten van het infuus.
Er waren dit keer geen andere pijnpatiënten op de verkoeverkamer maar wel op de zaal waar ik een bed kreeg. Daar waren twee personen al drie dagen bezig met hun 96-uurs kuur.
Het eerste uur op de verkoeverkamer bleef het goed gaan en ik merkte nog niet zo veel van de ketamine.

Maar terug op de afdeling kreeg ik een fikse hoofdpijn, werd wat misselijk maar vooral het overeind komen en naar de wc gaan veroorzaakte het gevoel alsof ik behoorlijk had gedronken. Mijn lijf maakte allerlei onverwachte bewegingen en ik kon niet alleen lopen. Ondanks de rollator moesten ze me vasthouden want anders ging ik ondersteboven. Niet echt fijn dus.

Naast me lag een vrij jonge man die een half jaar eerder een ernstig verkeersongeluk had gehad, zijn rechterbeen daarbij had verbrijzeld en toen bleek dat hij na zijn revalidatie dystrofie in zijn voet en enkel had gekregen. Hij was die week bezig met zijn zesde kuur in 3 maanden. Hij had geen last van de bijwerkingen en had een nog veel hogere dosis ketamine in zijn infuus dan ik had. Hij bleef maar vertellen over dat ongeluk en ik was dat zo zat op een gegeven moment dat ik mijn koptelefoon heb opgezet. Schuin tegenover me lag een jonge meid van ik schat rond de twintig. Ook voor haar was de ketaminekuur al een gewoonte geworden. Ze had al heel lang allerlei verschillende behandelingen ondergaan om de pijn in haar arm en pols te verminderen. En ook bij haar hielp de ketamine heel goed. Ik kreeg dus goede hoop dat het bij mij ook wat zou gaan doen.

Mijn mede zaalbewoners gingen zaterdags naar huis maar ik moest nog tot zondagmorgen blijven en in eerste instantie merkte ik geen verbetering van de pijn op. Maar toen ik op zondag werd opgehaald door Jan, was de pijn toch weggezakt en het duurde tot de donderdag van de week erop dat de pijn weer terugkwam. En dat was dus positief nieuws. Zou het dan toch?
Dr. Keizer was net als ik blij met het resultaat en in mei was ik aan de beurt voor een 96-uurs kuur.
Toen kreeg ik ook te horen dat ik niet de afdeling af mocht, zelfs niet door de klapdeuren naar het zitje bij de trap en de liften, alleen maar onder begeleiding. De verpleegkundigen vertelden dat ze hadden meegemaakt dat als mensen met hun infuuspaal met ketamine naar buiten gingen om te roken of om met het bezoek naar het ziekenhuisrestaurant te gaan, ze regelmatig werden beroofd van de ketamine die met hulp van een pompje vanuit een grote spuit in het infuus terecht kwam.
De drugsgebruikers waren soms zo radeloos dat ze patiënten neersloegen om de spuit maar te kunnen pakken en het op een lopen te zetten.

Ook nu verliep de procedure weer op dezelfde manier, behalve de vraag of ik gereanimeerd wilde worden. Een aantal jaar geleden heb ik een euthanasieverklaring opgesteld, samen met een volmacht voor Jan en de kinderen, een behandelverbod en een niet-reanimerenverklaring.
Dr. Keizer kwam aan het voeteneind van mijn bed staan en vroeg aan mij of ik gereanimeerd wilde worden als er iets mis ging. Daarop zei ik dus dat ik dat niet wilde. Hij bladerde terug in mijn dossier, werd boos en zei dat hij iemand even flink op zijn lazer zou gaan geven want een van de arts-assistenten anesthesiologie had dus klakkeloos in mijn dossier gezet dat ik gereanimeerd wilde worden zonder het aan mij te vragen. Ik vond het wel grappig om te zien hoe kwaad hij werd en hoe hij naar een man aan de andere kant van de zaal liep en die onder een stortvloed van woorden en wijzen met zijn hand mijn richting uit wijzend even flink op zijn kop gaf. Het zorgde ervoor dat ik nog meer vertrouwen in hem kreeg.

Natuurlijk hadden we hoop dat deze kuur net zo zou aanslaan als de eerste kuur en nu wat langer. De toegediende hoeveelheid was meer dan twee maal zo hoog. Op de verkoeverkamer had ik dat nog niet zo in de gaten, maar eenmaal weer terug op de afdeling werd ik heel erg misselijk. Zo misselijk dat ik geen slok water kon binnenhouden. De gordijnen om mijn bed gingen dicht om me wat privacy te geven en ze spoten een of ander middeltje in mijn infuus om de misselijkheid tegen te gaan. Maar iedere keer als ik overeind kwam nam de misselijkheid toe. Ik voelde me echt hondsberoerd en naast de misselijkheid was de hoofdpijn en de het gevoel van dronkenschap zo veel erger dan bij de eerste kuur. Dit was niet wat ik verwacht had.

Omdat de misselijkheid niet verdween, werd pijnverpleegkundige Serge opgetrommeld. Hij wist net zoveel van ketamine als de anesthesiologen en hij bepaalde dat de hoeveelheid ketamine naar beneden moest. Bij de eerste kuur had ik een hoeveelheid van 1 tot 1,2 ml. per uur gekregen. Nu hadden ze in de verkoever er meteen 2.8 ml van gemaakt, Er werd bepaald na een blik in mijn dossier en wat vragen aan mij dat de hoeveelheid ketamine terug zou gaan naar 2.5 en in de loop van de middag werd het zelfs 2.0 ml. per uur. Want ook al zag ik geen roze olifanten, ik had wel het gevoel dat er roze olifanten op mijn lijf aan het dansen waren. Uiteindelijk is om tien uur ’s avonds nadat de dosering was verlaagd naar 0.8 ml. per uur, besloten om met het infuus te stoppen tot de volgende morgen. De naald bleef wel in mijn pols zitten zodat de volgende morgen het infuus weer snel aangesloten zou kunnen worden.

’s Nachts knapte ik wat op en na een slaaptablet schijn ik alsnog de rest van de zaal wakker gehouden te hebben. Maar ik sliep een klein beetje van de ellende weg.
De volgende morgen kon ik eindelijk een beetje kennis maken met de andere mensen op de zaal. Er waren nog twee mannen en een vrouw die ook van maandagmorgen tot vrijdagmorgen een ketaminekuur kregen, allemaal voor de eerste keer. Lekker gemakkelijk, allemaal bij elkaar op een kamer voor vijf personen waarvan dus een plek leeg zou blijven. De mannen lagen tegelijk met mij op de verkoever en ze kregen beiden een extra shot ketamine rechtstreeks in hun aderen gespoten. De jongste van de twee lag schuin tegenover me en toen hij zijn extra shot kreeg, begon hij meteen te shaken en te lallen en te gillen. Het veroorzaakte een hevig tumult en van alle kanten schoten artsen en verpleegkundigen te voorschijn om te zien wat er aan de hand was. Later bleek dat hij flipte, hij kon niet zo veel ketamine verdragen. In de loop van de week leverde dat nog heel wat commotie op. De andere man onderging het heel rustig. Geen drama’s voor hem.

Ik had ze wel zien binnenkomen de dag ervoor. En net als bij mij werden ze naar de verkoever gebracht en na ongeveer anderhalf uur weer op de afdeling geïnstalleerd. De mannen waren ongeveer 35 en 50 en de vrouw was al een eind in de 60. Toen ze binnenkwam had ze een gele plastic boodschappentas bij zich, en die keerde ze om op haar bed. De tas bleek vol te zitten met al haar medicatie. De zuster die haar hielp met opruimen van haar kleding en dergelijke in haar kastje, zag ik letterlijk verbleken. Alles werd uitgestald op het nachtkastje (ik schat in zo’n veertig verschillende soorten medicijnverpakkingen en vervolgens begon ze elk doosje of  potje te openen, er één of meerdere pillen uit te halen en in een plastic bakje te leggen, net zolang tot ze alle doosjes en potjes had gehad. Ze vroeg water aan de zuster en begon alles naar binnen te werken, ik weet nog dat ze zeker zes keer een handvol pillen naar binnen gooide en dat met water wegspoelde. En dan denk ik dat ik veel medicatie gebruik…… En ook dat zorgde in de loop van de week voor de nodige ellende. Maar dat horen jullie een volgende keer.

Koud en guur, warm en zacht – 25 maart 2013

Koud en guur, warm en zacht…

Als ik vanuit mijn bed naar buiten kijk, zie ik een stralend zonnetje met wat hoge sluierbewolking. Maar zelfs met het raam dicht, hoor ik de wind om het huis heen gieren. Alle nu nog kale takken van de grote berkenboom in onze tuin zwiepen hier en weer als er weer een windvlaag langs raast.
De fietsers en wandelaars die voorbij komen, zijn dik ingepakt met mutsen, sjaals en handschoenen en je ziet dat ze moeite hebben tegen de wind in te fietsen en te lopen.
Niet voor niets waarschuwden ze afgelopen weekend voor de venijnige wind die een gevoelstemperatuur van  -10o C of meer graden zou opleveren. Dat we net niet het record hebben gebroken zegt genoeg over hoe het er hier eind maart aan toe gaat.

Als ik de krant opensla of de TV aanzet word ik geconfronteerd met horrorverhalen over doden door de kou, door de extreme sneeuwval en door de ongelukken die daardoor worden veroorzaakt.
De foto’s spreken voor zich. En wie heeft er nog niet gezegd dat hij of zij dit weer spuugzat is en verlangt naar de lente en zonnewarmte? Dat zullen de mensen zijn die altijd tevreden zijn met wat er gebeurt omdat ze er toch niets aan kunnen veranderen. En alle mopperaars weten natuurlijk ook dat ze niets aan de situatie kunnen veranderen, maar je even afreageren helpt soms ook om de situatie gemakkelijker te accepteren.

Ook voor mij is het nu veel te koud om naar buiten te gaan. In mijn rolstoel zit ik stil en beweeg ik alleen de spieren van mijn linkerhand om de stoel te kunnen bedienen. En dat is echt niet genoeg om alle spieren op te warmen en me warm te houden. Dus blijf ik binnen en kijk ik naar buiten.
Zelfs de poezen weten waar het op het moment het fijnste is, lekker binnen, in het zonnetje op een lekker warm plekje op de vensterbank of naast mij heerlijk meestoven door de elektrische deken die ik nog steeds dag en nacht nodig heb om mijn koude spieren en ledematen op te warmen. Ze weten precies waar ze moeten zijn want daar is het warm en zacht.

Ook in mijn hoofd waait het flink de afgelopen dagen. Te veel in te korte tijd. En de wind gaat nog niet liggen. Dat zal ook nog wel even duren. Maar met alleen kou en wind kan niemand leven, dus heb ik me voorgenomen dat ik de komende dagen zelf op zoek ga naar het tegenovergestelde van koud en guur. Dat heb ik nu wel gezien. En dus ga ik vanaf nu op zoek naar alles wat warm en zacht is. Zoals bijvoorbeeld bij BELEEF DE LENTE.

Gisteren is bij de Oehoe’s het eerste kuiken geboren. Moeder Oehoe voert haar pas uit het ei gekropen jong en zorgt dat het lekker warm onder haar vleugels blijft zitten. En misschien komen er nog wat broertjes en zusjes bij en ook die zullen een heerlijk warm plekje vinden. De slechtvalken hebben een nestkast waar nog steeds sneeuw in ligt, maar ze zijn wel heel druk bezig met de voorbereidingen voordat het eerste ei wordt gelegd. Datzelfde geldt ook voor de ooievaars. Man en vrouw hebben samen het nest verder opgehoogd en voorzien van zachte, warme stukjes mos en ander materiaal.

De mezen verkennen samen de nestkast, net als bij ons in de berkenboom het geval is. En de kieviten hebben al de eerste eieren gelegd in het kale weiland. Nog even en dan zullen er jonge kieviten zijn. De lammetjes dartelen al heerlijk rond en ook de eerste geitjes heb ik al gezien.
De narcissen in een grote brede rij door de gemeente aangelegd in het grote grasveld voor ons huis vertonen hun eerste gele knoppen en als de zon zo blijft schijnen, hebben we over een week een gele bloemenzee voor onze neus. Dat is altijd een prachtig gezicht.

En wat ook zo heerlijk warm aanvoelt zijn alle lieve reacties van de vrienden op mijn FB- en/of blogpagina. Jullie leven mee en troosten me en als het weer even moeilijk is, denk ik aan alle lieve berichtjes en weet ik dat ik niet alleen ben, maar dat er een groep mensen is die me opvangen als ik val. Dank jullie wel allemaal!

Tot de volgende keer!