Doping
Al een paar maanden staan de kranten en tijdschriften bol van de verhalen over dopinggebruik in het wielrennen. Ook op de TV wordt er in het nieuws en in allerlei programma’s daar omheen aandacht besteedt aan wat tot nu door de ‘omerta’, de zwijgplicht, onder tafel is gebleven.
De verhalen komen nu dan los. We horen nu hoe Lance Amstrong zeven keer de Tour de France wist te winnen. Hoe onbetekenende wielrenners ineens tegen een berg opvlogen en hoe Rooks en Theunisse de rit naar Alpe-de-Huez wonnen. De geruchten waren er, al jaren. Maar het bleef bij verdenkingen. Af en toe werd er iemand betrapt op het gebruik van verboden middelen. Die persoon werd dan geschorst voor een bepaalde tijd. Maar men bleef zwijgen.
Ook ik heb altijd tegen mijn omgeving gezegd dat het niet mogelijk is om als voormalig kankerpatiënt op een dergelijke wijze zonder gebruik van hulpmiddelen alsmaar te winnen. Dat kun je misschien één keer doen, maar zeven keer? Nee, dat bestaat niet in mijn ogen. Niet als je de dood in de ogen hebt gezien.
Nu komen dan de verhalen los. Er komen onderzoeken, getuigenverklaringen, rechtszaken en is de omerta verbroken. Er komt steeds meer boven tafel en dat is goed. En vandaag hoorde ik dat er zelfs renners zijn die verklaringen over anderen gaan afleggen om voor hen ook de weg naar een bekentenis te vergemakkelijken. De hele ‘beerput’ wordt open gelegd. Er waren veel wielrenners die meededen aan dat massale dopinggebruik, maar ook een hoop niet. Die werden de kneusjes, de achterblijvers, de losers genoemd en hooguit als knecht ingezet om als gangmaker te fungeren.
Maar ben ik tegen doping? In zoverre ben ik tegen omdat het heimelijk gaat, niet voor iedereen geldt, iedereen andere begeleiding heeft of zelf maar wat aanrommelt Het gevecht tegen de tijd of tegen die hoge bergen en dan drie weken lang is volgens mij niet op te brengen zonder dat je heel erg goed voor jezelf zorgt. Daar horen ook preparaten bij als vitamines en mineralen, eventuele andere middelen die je lichaam nodig heeft, maar geen producten die je tijdelijk naar een hoger prestatieniveau tillen en waarvan je niet weet wat voor invloed ze hebben op je lijf.
En ook moet toediening plaatsvinden onder leiding van een arts die verstand heeft van inspanningsfysiologie. Het moet voor iedereen beschikbaar zijn. Dan ontstaat er een eerlijke strijd.
En dan hoeft er geen beerput los te komen, want alles is beschikbaar om te bekijken.
Ondanks alle geruchten ben ik blijven kijken omdat ik wielrennen een boeiende sport vind. Toch wel met iets in mijn achterhoofd van oneerlijkheid, iets wat niet klopte. En waar ik steeds meer moeite mee kreeg.
Maar nu merk en lees ik dat er een nieuwe generatie wielrenners aan het opstaan is, die inderdaad goed voor zichzelf zorgt, op een eerlijke manier en ook op een eerlijke manier de strijd met elkaar wil aangaan en dat stemt hoopvol. Ik hoop dat straks alle rotte appelen zijn verdwenen en als er weer eens een rotte tussen zit, valt die meteen op en dat is fijn.
En ik heb goede hoop dat ik vanaf nu kan gaan kijken naar een nieuwe generatie wielrenners die een vak hebben gekozen van strijd, lichamelijke inzet en .het koppie erbij houden. Ze weten waar ze mee bezig zijn en zo is het goed!
Tot morgen!