Verhuizen – 18 januari 2013

Verhuizen

Ik ben heel wat keren verhuisd in mijn leven. Er zijn maar twee periodes van tien jaar of langer die ik in één en hetzelfde huis heb doorgebracht. De reden van het vele verhuizen? We (Jan en ik) hebben altijd het standpunt aangehangen van wonen waar je werkt. En als je redelijk vaak van werkkring wisselt, zit daar ook redelijk vaak een verhuizing aan vast. Alles bij elkaar zijn we allebei  tien keer verhuisd. Daarnaast hebben we in de 36 jaar dat we nu getrouwd zijn, ook te maken gekregen met veranderende levensomstandigheden.

Zo gingen we van een huis met drie verdiepingen met vijf slaapkamers en een vrij kleine woonkamer naar een huis met een grote woonkamer en drie slaapkamers waarvan een beneden met badkamer. En ik weet ook nog heel goed dat we verhuisden van een flatje met een woonkamer, slaapkamer en keuken naar een eengezinshuis dat net werd opgeleverd.

Nu eindelijk woon ik samen met Jan in het huis wat hopelijk ook het laatste huis zal zijn dat we bewonen. Het heeft alles voor een mens met een chronische ziekte en beperking maar ook alles voor als de ouderdom toeslaat. Brede deuren, alles gelijkvloers, praktische keuken, bijkeuken, een garage, een heerlijk grote woonkamer met schouw, een grote slaapkamer met aangrenzende badkamer beneden en boven twee slaapkamers ook met een badkamer.
Met recht een heerlijk huis. Hier zijn we helemaal op ons gemak.

Toen ik geboren werd, woonden mijn ouders in bij de ouders van mijn moeder. Ze mochten de voorste slaapkamer gebruiken en de voorkamer, want het was een huis met tussendeuren tussen de voor- en achterkamer, de ‘nette’ kamer met de crapauds en de achterkamer met de eettafel in het midden , een divan om even een dutje op te doen en een leunstoel voor opa als hij even onderuit zakte. Ik weet helemaal niets meer van die periode. Nadat we verhuisd waren naar Emmen (toen ik 13 maanden oud was) ben ik nog heel regelmatig daar terug geweest. Samen met mijn vader, moederen zusje tijdens weekenden en vakanties en later ook met logeerpartijtjes bij opa en oma, of een oom en tante die ook in Ede, mijn geboorteplaats woonden.

In Emmen hebben we tot mijn dertiende jaar in een rijtjeshuis in een  straat gewoond waar allemaal medewerkers van de AKU, het huidige AKZO, woonden. Iedereen kwam ergens uit het land vandaan want in Emmen was werk én een nieuw huis. De AKU had toen ook wat huizen her en der in Emmen die verhuurd werden en een twee-onder-een-kap huis werd ons toegewezen toen mijn ouders vonden dat mijn zusje en ik als opgroeiende tienermeiden een eigen kamer nodig hadden. Tot dan toe hadden we altijd bij elkaar geslapen, ook zelfs nog in een tweepersoons bed. Die eigen kamer was heerlijk. Ik had zelfs een eigen wastafel en een kacheltje in de gevel want ik moest op dat kamertje mijn huiswerk van de middelbare school maken. Net voor ik twintig werd, en afgestudeerd als leerkracht basisonderwijs (toen nog gewoon juffrouw op de lagere  school) verhuisde ik naar Lelystad, een stad die net uit de grond werd gestampt. Er woonden nog maar drieduizend mensen in Lelystad en in eerste instantie heb ik ingewoond bij een collega van de school waar ik werkte. In januari 1973 werd het wooncomplex opgeleverd waar ik een appartement huurde. Een heel leuk complex met jong en oud door elkaar, een eigen bewonersvereniging die allerlei activiteiten organiseerde zoals klaverjas- en bingo-avonden. Zomers barbecuen, volleyballen en lekker hangen. Daar leerde ik Jan kennen, die ook in zo’n appartementje woonde maar al snel bij mij introk.
Vlak voor ons trouwen negen maanden later, verhuisden we naar een nieuwbouw huurhuis. Drie slaapkamers, badkamer, woonkamer, keuken, schuurtje. Wat waren we er blij mee. Daar is ook onze Wietse geboren.

Maar Lelystad liep al gauw vol met mensen uit Amsterdam en dan niet uit de beste wijken. Het werd er niet leuker op, zeker toen we buren kregen die het niet zo nauw namen.
De konijnen werden met de luchtbuks uit de tuin geschoten, dan weer werd de jeneverfles omgekieperd achter in de tuin omdat meneer weer eens wilde afkicken. En als mevrouw thuiskwam in het weekend (op proefverlof vanuit de vrouwengevangenis waar ze zit wegens moord) ging het servies tegen de muur. Geen fijne omgeving voor een baby om op te groeien.

Jan kon al snel een baan vinden op het postkantoor in Emmen, mijn oude woonplaats en dus zaten we binnen een paar maanden in een groot huis in Emmen. We wisten dat de buurt ook niet helemaal jofel was, maar er waren een paar hofjes waar het beter was en daar konden we een huis krijgen. In het begin was het er prima wonen. Tot onze Thijs werd geboren. Die huilde, en huilde, en huilde, en huilde…. dagen en nachten achter elkaar. En ook de buurman daar begon ons te bedreigen.

Met hulp van mijn vader kwam er een ander huis in Emmen, waar we tegen de rand van het bos aan woonden. Een heerlijk speelterrein voor de kinderen. Maar Jan en ik misten allebei de polder.
Dus de keus was snel gemaakt, terug naar het nieuwe land en zo kwamen we in Emmeloord terecht.
We hadden een ruim huis, maar wilden eindelijk wel eens een eigen huis, dus na een paar jaar een huis gekocht, ook in Emmeloord. Vrij snel daarna werd Jan gevraagd voor een nieuwe functie bij een werkgever in Harderwijk en dat zag hij wel zitten. Hij reed op en neer vanuit Emmeloord naar Harderwijk en al snel had ik ook een baan in Lelystad. De kinderen zaten in Emmeloord op school en dat wilden we geen van tweeën. En toen werd het Lelystad. Ik kon op het fietsje naar mijn werk en Jan hoefde naar Harderwijk maar een klein eindje te rijden.

In dat huis hebben we negen jaar gewoond. De jongens gingen allebei op hun achttiende de deur uit, naar Enschede om te studeren. En daar zaten wij met vijf slaapkamers.
De zoektocht naar een huis met minder slaapkamers maar wel een grotere huiskamer strekte zich ook uit tot de omgeving van Lelystad en in Dronten vonden we het huis van onze dromen.
En daar wonen we nu nog. Nog steeds met enorm veel plezier. Helemaal naar ons zin.
En we willen hier echt nooit meer weg. Dus als er iemand het woord verhuizen in de mond neemt, wil ik het niet meer horen, dat is niet meer aan ons besteed!