Schaatsen
In 1960 kwam bij ons de eerste TV in de huiskamer te staan. Voor die tijd keken we op woensdagmiddag, als het mocht tenminste, bij de buren naar het kinderprogramma en zwaaiden we vrolijk mee naar Tante Hannie. Vlak voor de Olympische Zomerspelen van Rome vond mijn vader dat gehang bij de buren (want ook mijn moeder keek vrolijk mee) genoeg en ze kochten een kleine zwart-wit TV. Nu verdrongen zich de kinderen bij ons voor het toestel, maar er mochten er maar twee tegelijk samen met mijn zusje en mij kijken. En als er iets was dat mijn vader wilde zien, dan was het zo dat iedereen braaf naar huis ging want we moesten onze mond stijf dicht houden.
En toen werd het winter en begon het, schaatsen. De Olympische Winterspelen van Innsbruck lagen al achter ons, maar in het winterseizoen keken we naar elke uitzending waarbij het schaatsen natuurlijk favoriet was. En zeker als er Nederlanders mee.deden was dat aanleiding genoeg om ons met z’n allen hele weekeinden aan de buis te kluisteren. Gewapend met papier, pen en potlood en de krant om vooral alles op te schrijven en te vergelijken. Mijn vader had de krant op schoot want daar waren de namen van de deelnemende schaatsers en schaatssters afgedrukt in een nog maagdelijk schone tabel. Daarin kon je dan de eindtijden per deelnemer/ster en per afstand bijhouden. We maakten zelf op gewoon papier tabellen waarin we per afstand ook nog de rondetijden konden bijhouden want pas dan kon je goed vergelijken. Het was een wedstrijd wie van ons tweeën, mijn zusje of ik, het eerst de rondetijd kon roepen zodat mijn vader die kon opschrijven. En owee, als we door elkaar riepen en hij ons niet kon verstaan en dus niets kon opschrijven, dan was het huis te klein. Dan bulderde hij dat we onze mond moesten houden.
En dan ging hij aanwijzen wie er aan de beurt was om de tijden te roepen. De ander schreef dan in een eigen tabel stiekem ook mee want stel je voor dat de ander het fout zei, dan had jij wel de goede tijd.
Vaak stond er een brood te rijzen op de (kolen)kachel, aten we gauw macaroni met kerriesaus waar mijn moeder dan van te voren al bouillon voor had gemaakt van het vlees wat ze in de saus deed. Smullen…Zelf wilde ze waarschijnlijk ook graag kijken, maar het eten en de was en de voorbereidingen voor het zondagsmaal konden ook niet wachten. Af en toe zat ze dan met haar schort voor en een pollepel in haar hand even op een stoelleuning mee te kijken.
Er zijn in die tijd heel wat springveren in de bank kapot gesprongen wanneer mijn zusje en ik op de bank stonden te dansen als een Nederlander won. Ard Schenk, Keessie Verkerk, Jan Bols, Piet Kleine, Hilbert van der Duim, Hans van Helden, Yep Kramer, Jorrit Jorritsma, Harm Kuipers en zo zijn er nog velen te noemen.
Later kwamen daar natuurlijk de namen bij van Hein Vergeer, Falco Zandstra, Leo Visser, Rintje Ritsma, Gianni Romme.
De dames werden thuis ook wel gevolgd maar niet zo fanatiek als de heren. Maar de namen van Stien Kaiser, Atje Keulen-Deelstra, Carry Geyssen, Annie Borkink, Ria Visser, Annemarie Thomas, Yvonne van Gennip zijn wel in mijn geheugen blijven hangen.
Toen ik de deur uitging en op mezelf ging wonen, bleef het gewoonte dat ik in een schaatsweekend naar het ouderlijk huis trok om gewoon mee te doen, als vanouds.
Op een gegeven moment krijg je je eigen gezin en je zet de traditie voort, ten minste zo lang mogelijk.
Nu zijn we een flink aantal jaren verder. Schaatsen is nog steeds een erg leuke sport om te volgen. Toch kijk ik met een andere blik. Het bijhouden van rondetijden hoeft niet meer, want alles wordt keurig voor je in het scherm gezet. Zelfs de tijd die iemand moet rijden, is te zien. Het rekenwerk is daarmee vergoed verleden tijd. De tabellen staan al lang niet meer in de krant.
Het maakt het schaatsen niet minder spannend, maar wel anders.
Ik ben nu tussendoor aan het breien en kijk even op als ze de streep naderen om naar de rondetijd te kijken. En als ik die een keer mis, is er wel een commentator die alles netjes roept.
Nog steeds ben ik blij als het spannend is en ik ben bepaald chauvinistisch als het om een Nederlander/se gaat.
En binnen het Nederlandse team heb ik ook zo mijn favorieten. Die ga ik niet verklappen, maar ik denk dat mijn kampioen morgen wel de Europese Kampioenschappen wint. En de arrenslee met de prachtige Friese paarden ervoor, bieden een prachtige spektakel, maar tegelijkertijd brengen ze ook een beetje treurnis omdat dit kampioenschap al weer voorbij is en ik weer moet wachten op het volgende schaatsevenement.
Zelf ben ik niet verder gekomen dan op een paar houtjes op het onder gespoten schoolplein wat rondkrabbelen en daarna een paar kunstschaatsen om beter mijn evenwicht te houden, Nu ben ik al blij dat ik met mijn rollator door het huis kan schuifelen, maar het schaatsen zal naast het wielrennen altijd de sport blijven waar ik het liefste naar kijk.
Dus tot morgen, want de uitzending begint al over een half uur!